I have been working on a talk about the story from the Prose Edda in which Thor and Loki travel to Utgarda Loki. Since the talk was in Dutch, but the text is hardly available in that language, I translated the text for my ‘audience’. Maybe some Dutch speaking people will appreciate the translation to be available, so I decided to post it here. The translation is based on the English translation of Anderson (http://www.northvegr.org/lore/prose2/014.php). I decided to keep the ‘viscous’ writing style intact. I consider posting the result of my endeavors too some time.
De Avonturen van Thor
uit de proza Edda
45. […] Het begin van dit avontuur is dat Oku-Thor op reis ging met zijn geiten en blokkenwagen en met hem ging ase die Loki wordt genoemd. In de avond kwamen zij bij een boerderij en daar werden kamers voor de nacht geregeld. In de avond nam Thor zijn geiten en doodde hen allebei, waarna hij hen vilde en in een ketel deed. Toen het vlees was gekookt, gingen Thor en zijn metgezel aan het avondmaal. Thor nodigde boer, zijn vrouw en hun kinderen, een zoon genaamd Thialfi en een dochter met de naam Roskva uit, om met hen te eten. Daarna legde Thor de geitevellen bij de open haard en verzocht boer en zijn huishouden om de beenderen op de huiden te leggen. Thialfi, de zoon van boer, nam de dij van één van de geiten, brak deze en haalde het merg eruit met zijn mes. Thor overnachtte bij het gezin. ‘s Morgens vroeg, vlak voor zonsopkomst, stond Thor op, kleedde zich aan, nam de hamer Mjölnir, hief het op en wijdde de geitevellen. De geiten stonden op, maar één van hen was mank aan één van zijn achterste poten. Toen Thor dit zag zei hij dat de boer of van één van de zijnen niet goed met de beenderen van de geit was omgegaan, want hij zag dat de dij van één van hen gebroken was. Het is niet nodig om bij dit deel van het verhaal lang stil te blijven staan. Iedereen zal begrijpen hoe bang de boer werd toen hij zag dat Thor zijn wenkbrouwen over zijn ogen liet zakken. Toen hij zijn ogen zag moet de boer gedacht hebben alleen daardoor al tegen de grond te slaan. Thor greep het handvat van zijn hamer zo hard vast dat zijn gewrichten wit werden. Zoals je kunt verwachten, schreeuwden de boer en zijn gezin het uit en smeekten voor vrede, als genoegdoening boden zij hem alles aan wat zij bezaten. Toen hij hun vrees zag, zakte zijn toorn. Hij werd kalmer en nam als losgeld de kinderen, Thialfi en Roskva mee. Zij werden zijn bedienden, en hebben altijd hem sinds die tijd begeleid.
46. Hij liet zijn geiten achter en ging op weg naar Jotunheim richting het oosten, over de zee. Toen stak hij de diepe oceaan over en ging aan de andere kant, samen met Loki en Thialfi en Roskva aan land. Toen zij een korte afstand hadden afgelegd, bevond er zich voor hen een groot woud, waar zij de gehele dag door liepen tot het donker werd. Thialfi, die van alle mensen het hardste kon lopen, droeg de zak van Thor, maar het woud bleek geen goede plaats om proviand te vinden. Toen het donker was geworden zochten zij een plaats voor de nacht en vonden een zeer grote zaal. Aan het eind ervan was een deur zo breed zoals de zaal. Hier bleven zij voor de nacht. Rond middernacht was er een flinke aardbeving; de grond beefde onder hen en het huis schudde. Thor stond op en riep zijn metgezellen. Zij keken om zich heen en vonden een aangrenzende ruimte rechts in het midden van de zaal en zij gingen naar binnen. Thor stelde zich op in de deur; de anderen gingen naar binnen en ze waren erg bang. Thor hield zijn hamer bij het handvat, klaar om zich te verdedigen. Opeens hoorden zij een enorm gekreun en gebrul. Toen het begon te dagen ging Thor naar buiten en zag een man niet ver van hem in het woud liggen. Hij was zeer groot, lag te slapen, en snurkte luid. Thor wist nu waar het lawaai vandaag was gekomen dat zij in de nacht hadden gehoord. Hij omgorde zich met zijn Megingjarder, waardoor zijn azen-kracht nog groter werd. Ondertussen werd de man wakker en stond onmiddellijk op. Men zegt dat Thor voor eens afzag van hem met de hamer te slaan en vroeg hem om zijn naam. Hij noemde zich Skrymir; hij zei: jouw naam hoef ik niet te vragen, ik weet dat je asa-Thor bent. Maar wat heb je met mijn handschoen gedaan? Hij strekte zijn hand uit en nam de handschoen op. Toen zag Thor dat de handschoen de zaal was waarin hij de nacht had doorgebracht en dat de aangrenzende ruimte de duim van de handschoen was. Skrymir vroeg of zij zijn gezelschap zouden goedkeuren. Thor zei ja. Skrymir nam zijn voorraad tas, maakte deze open en begon te ontbijten; maar Thor en zijn kameraden deden het zelfde ergens anders. Skrymir stelde voor dat zij hun proviand samen zouden verpakken, waarmee Thor toestemde. Dan bond Skrymir al hun proviand in één zak, legde het op zijn rug, en leidde de weg de hele dag, gigantische passen nemend. Laat in de avond vond hij een plaats voor hun overnachting onder een grote eik. Toen zei Skrymir tegen Thor dat hij wilde gaan slapen; zij zouden de voorraad tas kunnen nemen en hun avondmaal klaar maken. Skrymir viel in slaap en snurkte enorm. Toen Thor de voorraad tas nam en het probeerde open te maken, gebeurde er iets wat ongelofelijk lijkt, maar toch moet het worden verteld: hij kon niet één knoop los krijgen, noch kon hij één enkel eind van de koorden bewegen zodat het los zou komen. Toen hij zag dat al zijn inspanningen vergeefs waren werd hij kwaad, greep zijn hamer Mjölnir met beide handen, zette één stap in de richting van waar Skrymir lag en ramde de hamer in zijn hoofd. Skrymir werd wakker en vroeg of er een blad op zijn hoofd was gevallen; en of zij hun avondmaal inmiddels hadden gehad, en of ze klaar waren om te gaan slapen. Thor zei dat zij gewoon zouden gaan slapen. Ze gingen onder een andere eik liggen. Maar er moet worden verteld, dat er het onverschrokken slaap was. Rond middernacht hoorde Thor dat Skrymir snurkte en zo vast sliep dat het hele woud beefde. Hij stond op en liep in zijn richting, greep de hamer stevig vast en gaf hem een klap midden op zijn kruin en de kop van de hamer zonk diep in het hoofd van de reus. Skrymir werd wakker en vroeg: Wat is dat? Viel een eikel op mijn hoofd? Hoe is het met jou, Thor? Thor snelde terug en antwoordde dat hij wakker was geworden maar dat het pas middernacht was en nog tijd om te slapen. Dan besliste Thor dat als hij nog een kans zou krijgen om hem de derde slag te geven, hij hem nooit meer zou zien en hij bleef opletten tot voor Skrymir vast sliep. Vlak voor zonsopkomst hoorde hij dat Skrymir in slaap was gevallen. Hij stond op en rende naar hem. Hij greep de hamer zo stevig hij kon en ramde hem in de slaap die boven lag. De hamer zonk naar binnen tot het handvat. Skrymir ging zitten, streek over zijn slaap en zei: Zitten er misschien vogels in de boom boven me? Toen ik wakker werd dacht ik dat er wat mos van de takken op mijn hoofd viel. Wat! Ben je al wakker, Thor? Het is tijd om op te staan en ons aan te kleden; maar het is niet ver meer naar de burcht die Utgard wordt genoemd. Ik heb gehoord dat u onderling hebt gefluisterd dat ik niet klein van gestalte ben, maar u zult grotere mensen aantreffen wanneer u bij Utgard komt. Ik zal u goed advies geven. Schep niet teveel over uzelf op, want de onderdanen van Utgarda-Loki zullen niet onder de indruk zijn van het opscheppen van onbelangrijke kleine figuren als u; draai om, dat is eigenlijk het beste wat jullie kunnen doen. Maar als u er zeker van bent dat u uw reis wil voortzetten, ga dan recht naar het Oosten; mijn weg ligt naar het noorden, richting de bergen die u daar ziet. Skrymir nam de proviand tas, wierp hem op zijn rug draaide zich om liep het bos in en het is bekend of de azen hem opnieuw ontmoetten in goede gezondheid.
47. Thor en zijn metgezellen gingen hun weg en zetten hun reis voort tot de middag. Toen zagen zij een burcht die zich op een vlakte bevond, deze was zo hoog dat zij hun hoofden in hun nek moesten leggen om er overheen te kunnen kijken. Toen ze naar de burcht liepen, kwamen ze bij de poort die gesloten was. Thor kreeg de poort niet open, maar ze wilden zo graag naar binnen dat ze zich tussen de pijlen door wurmde. Zij ontdekten een grote zaal en gingen naar binnen. Ze openden de deur en zagen veel mensen binnen, de meesten gigantisch groot, zittend op twee banken. Ze liepen naar de koning, Utgarda-Loki en begroetten hem. Hij boog naar voren om hen te bekijken, glimlachte geringschattend en toonde zijn tanden, en zei: Het is laat om naar jullie lange reis te vragen, maar volgens mij is deze puber Oku-Thor, is het niet? Ik geloof dat u in werkelijkheid groter bent dan u lijkt. Op welke proeven zijn u en uw metgezellen voorbereid? Niemand kan hier bij ons blijven, tenzij hij in één of andere ambacht of kunst beter is dan de meesten. Toen antwoordde degene die als laatste binnen kwam, namelijk Loki: Ik weet een proef waarvoor ik bereid ben om bewijs te leveren: er is niemand die sneller kan eten dan ik. Utgarda-Loki antwoordde: Dat is inderdaad een prestatie, als u uw woord kunt houden, u kunt het onmiddellijk proberen. Hij riep een man van de bank genaamd Loge en verzocht hem om te komen en het op te nemen tegen Loki. Zij namen een trog vol vlees en zetten het op de vloer, waarna Loki aan de ene kant ging zitten en Loge aan de andere kant. Allebei aten zo snel als ze konden en ze kwamen tegelijk aan in het midden van de trog. Loki had al het vlees van de beenderen gegeten, maar Loge had zowel het vlees als de beenderen als de trog ook op. Iedereen was het erover eens dat Loki webstrijd had verloren. Toen vroeg Utgarda-Loki welke wedstrijd de jonge mens wist? Thialfi beantwoordde dat hij zou een race lopen tegen iedereen die Utgarda-Loki zou aanwijzen. Utgarda-Loki zei dit een goed voorstel was en voegde eraan toe dat Thialfi moest hopen dat hij in snelheid uitblonk als hij dit spel dacht te winnen, de uitslag zou spoedig bekend zijn. Hij stond op en ging naar buiten. Er was een uitstekende renbaan over een vlak stuk land. Utgarda-Loki riep toen een jonge man, wiens naam Huge was, en vroeg hem een race tegen Thialfi te lopen. Toen begonnen ze aan de eerste ronde en Huge was zo ver vooruit dat toen hij Thialfi ontmoette toen hij aan het einde omdraaide. Utgarda-Loki zei: je moet wat beter je best doen, Thialfi, als je de race wilt winnen; maar dit ik beken, dat er nooit iemand hier is gekomen die vlugger te voet was was dan jij. Zo begonnen ze aan de twee ronde en toen Huge aankwam bij het doel en zich omdraaide, was er een nog een heel tijd voor Thialfi kwam. Utgarda-Loki zei: Thialfi lijkt aan me goed in lopen; toch denk ik nog nauwelijks dat hij de race kan winnen, maar dit zal worden bewezen wanneer zij de derde ronde begint. Hierna volgende nog één ronde. Huge liep aan het doel en keerde terug, maar Thialfi was nog niet halverwege het parcours gekomen. Toen zei iedereen dat dit voldoende pogingen waren. Utgarda-Loki vroeg nu aan Thor welke toer hij bereid was om voor hen tentoon te stellen om de verhalen beantwoorden die de mensen over zijn grote werken weten te vertellen. Thor antwoordde dat hij met iemand verkoos te wedijveren in het drinken. Utgarda-Loki zei er geen bezwaar tegen dit de wedstrijd zou zijn. Hij liep de zaal in, riep zijn bediende en vroeg hem de hoorn nemen waaruit zijn onderdanen gewoon waren te drinken. De bediende kwam onmiddellijk naar voren, bracht de hoorn en gaf die aan Thor. Utgarda-Loki zei : als deze hoorn in één teug wordt geleegd, dan is er goed gedronken, sommige mensen hebben twee teugen nodig, maar niemand is zo’n slechte drinker dat hij drie teugen nodig heeft om hem leeg te drinken. Thor bekeek de hoorn en dacht niet het zo groot was, hoewel hij er wel vrij lang uit zag, maar hij had veel dorst. Hij zette hem aan zijn mond en dronk met al zijn kunnen en dacht dat hij niet nog eens naar de hoorn zou hoeven te kijken. Maar toen zijn adem op was en hij de hoorn bekeek om te zien hoe het met zijn het drinken was gegaan, was het moeilijk te zeggen of er minder drank in de hoorn zat dan voorheen. Utgarda-Loki zei: Dat is goed gedronken, maar er veel was het niet. Ik zou het nooit geloofd hebben als iemand me had verteld dat asa-Thor niet veel kon drinken, maar ik weet dat je de hoorn met de tweede teug wel zult legen. Thor zei niets, maar plaatste de hoorn weer aan zijn mond met de bedoeling nu een grotere teug te nemen. Hij dronk zo lang en diep als hij kon, maar hij kreeg het uiteinde van de hoorn niet zo ver omhoog als hij zou willen. Toen hij de hoorn wegzette en hem bekeek, leek het wel of hij nog minder had gedronken dan de eerste keer; maar de hoorn kon nu gedragen worden zonder te morsen. Utgarda-Loki zei: Wat nu, Thor! Je gaat me toch niet vertellen dat je voor de derde teug meer overlaat dan je kunnen toelaat? Het lijkt me dat als je de hoorn met de derde teug leeg bent, dit het beste is. Je zult echter niet zo hoog geacht worden als de azen over je spreken, als je je niet in andere wedstrijden beter onderscheidt schijnt dan je tot nu toe gedaan hebt. Daarop werd Thor kwaad, plaatste de hoorn aan zijn mond en dronk met al zijn kunnen en zolang hij kon en toen hij de hoorn bekeek, zag hij dat de inhoud inderdaad zichtbaar was verminderd, maar hij gaf de hoorn terug en zei dat hij niet meer zou drinken. Hierop zei Utgarda-Loki: Het is duidelijk dat uw kunnen niet zo groot is als wij dachten. Zou u andere spelen willen proberen? Het is duidelijk dat je bij de eerste niets bereikte. Thor antwoordde: Ik wil andere spelen te proberen, maar ik zou me verbazen als een dergelijke drinken thuis onder azen minderwaardig zou worden genoemd. Welk spel wilt u me nu aanbieden? Utgarda-Loki antwoord: Jonge mannen vinden het hier speels vermaak om mijn kat van de grond op te tillen en ik zou zoiets nooit aan asa-Thor hebben aan durven te bieden als ik niet eerder had gezien dat je een stuk minder man bent dan ik had gedacht. Toen sprong er een grijze kat op de vloer en het was een flinke. Thor liep er heen, zette zijn hand onder het midden van de kat en probeerde om het op te heffen, maar de rug van de kat boog net zo ver als Thor hem oppakte; en toen hij hem zo ver omhoog had uitgerekt als hij kon, kwam er maar één poot van de kat van de grond en Thor hield het voor gezien. Hierop zei Utgarda-Loki: Dit spel ging zoals ik had verwacht. De kat is groot en Thor is klein en maar weinig vergeleken met de grote mensen die hier met ons zijn. Thor zei: Je kunt me klein vinden, liet iemand die wil hier komen en met me worstelen, want nu ik ben woedend. Utgarda-Loki antwoordde, over de banken kijkend: Ik zie hier hier niemand die niet denkt dat het een kleinigheid om met jou te worstelen. En daarna zei hij: Laat me even zien! Roep die oude vrouw, Elli, mijn pleegmoeder en laat Thor met haar worstelen als hij wil. Zij heeft mensen tegen de grond gesmeten die me niet minder sterk leken dan Thor. Toen kwam er een oude vrouw de zaal binnen. Utgarda-Loki vroeg haar met asa-Thor te worstelen. Het verhaal is niet lang. Het resultaat van de partij was dat hoe harder Thor kneep, hoe vaster zij stond. Toen begon de vrouw los te komen en Thor verloor zijn grip. Er waren wat stevige duwpartijen, maar al snel zakte Thor door één knie. Toen stapte Utgarda-Loki naar voren, vroeg hen op te houden met worstelen en voegde eraan toe dat Thor niemand anders in de zaal hoefde uit te dagen om met hem te worstelen, bovendien werd het laat. Hij bood Thor en zijn metgezellen zitplaatsen aan en zij vermaakten zich die avond in de beste van gastvrijheid.
48. Bij het ochtendgloren de volgende dag stonden Thor en zijn metgezellen op, kleedden zich aan en waren klaar te vertrekken. Toen kwam Utgarda-Loki lied de tafel voor hen dekken en er was geen gebrek aan feest, eten en drinken. Toen zij hadden ontbeten, vertrokken zij onmiddellijk van de burcht. Utgarda-Loki ging met hen mee, maar voor ze afscheid namen sprak hij tot Thor en vroeg hem hoe hij dacht dat zijn reis was gelopen en of hij ooit een machtigere man dan hemzelf heeft ontmoed. Thor antwoordde dat hij niet kon ontkennen dat hij zeer te schande was gemaakt tijdens deze ontmoeting; en ik weet wel, voegde hij toe, dat jij me een mens van weinig waarde zult achten en daar gruw ik van. Toen zei Utgarda-Loki: Nu zal ik je de waarheid vertellen, aangezien u uit burcht bent gekomen, waar ik woon en waar ik alles op mijn manier kan hebben, en welke jij nooit opnieuw zult betreden; en ik weet dat ik je nooit binnen had gelaten als ik had geweten dat je zo sterk bent en dat je zo dichtbij bij het onheil zou brengen. Weet, dan, dat ik je met illusies heb bedrogen. Toen ik je eerst in het woud vond kwam ik je ontmoeten en toen je de provisie zak moest losmaken die ik had dichtgebonden met ijzerdraad, maar je wist niet waar je het los moest maken. In de volgende plaats, sloeg je me drie keer met de hamer. De eerste slag was de minste en nog was deze zo hard dat het mijn dood zou geweest zijn als het me had geraakt. Dichtbij mijn burcht zag je een berg die gespleten aan de bovenkant in drie vierkante dalen, waarvan één het diepst was, deze deuken zijn gemaakt door jouw hamer. De berg zette ik tussen de slagen zonder dat jij het zag. Op gelijkaardige wijze bedroog ik je in de wedstrijden met mijn onderdanen. Wat de eerste betreft, waaraan Loki deelnam, waren de feiten als volgt: Hij was zeer hongerig en at snel; maar hij wiens naam Loge was, was wild vuur en hij verbrandde de trog net zo snel als het vlees. Toen Thialfi een race rende met hem wiens naam Huge was, was dat mijn gedachte, en het was voor hem onmogelijk haar snelheid bij te houden. Toen je van de hoorn dronk en vond dat deze zo weinig leger werd, op mijn woord, was dit grote wonder, dat ik nooit kon voor mogelijk gehouden zou hebben. Één eind van de hoorn stak in de zee, maar dat zag je niet. Als je aan kust komt, zul je ontdekken hoeveel de zee gezakt is door je drinken; dat wordt nu eb genoemd. Verder zei hij: Noch scheen het minder wonderlijk dat je de kat oppakte; en, om je de waarheid te vertellen, iedereen die het zag, werden bang toen toen de kat een poot van de grond ophief, want het was geen kat zoals je dacht. In werkelijkheid was het Midgard-slang, die alle landen omringt. Het was nauwelijks lang genoeg om de aarde met zijn staart en hoofd te raken en u hief hem zo hoog dat uw hand bijna aan hemel bereikte. Het was ook een verbazingwekkende prestatie toen u met Elle worstelde, want niemand was ooit of zal ooit in staat zijn, om Elle (eld, oude dag) hem er niet onder zal krijgen, hoewel hij oud genoeg zal worden om haar te verwelkomen als ze komt. En nu is de waarheid dat wij moeten scheiden; en het zal voor ons allebei beter zijn dat je me niet opnieuw bezoekt. Ik zal mijn burcht opnieuw met gelijkaardige of andere illusies verdedigen, zodat u geen macht over me zult krijgen. Toen Thor dit verhaal hoorde, greep hij zijn hamer en hief het in de lucht op, maar toen hij op het punt stond toe te slaan zag hij Utgarda-Loki nergens meer; en toen hij terug naar burcht draaide en om dat aan stukken te meppen, zag hij een mooie, grote vlakte, maar geen burcht. Daarom draaide hij zich maar op en ging terug naar Thrudvang. Men beweert dat hij toen heeft besloten om om de Midgard-Slang te zoeken, wat later ook gebeurde. En nu denk ik dat niemand u meer correcte versie van deze reis van Thor kan vertellen.